The Flora of Central Africa is an indispensable tool for anyone interested in the vascular plants of the Democratic Republic of the Congo, Rwanda and Burundi. This areas harbours about 10,000 different species, in more than 260 families. This Flora appears in two series, the Spermatophytes (seed plants) and Pteridophytes (ferns). From 1948 to 1963 volumes I to X appeared, usually with several families in each volume. From 1967 onwards, each new family treatment is being published in a separate volume.
For every plant species there is, apart from its correct scientific name and an extensive description, information on its distribution, habitat, local names, usage, references to additional literature, etc. This richly illustrated work with user-friendly keys renders it possible to identify any plant to the correct species.
De Flora van Centraal Afrika is een onmisbaar handboek voor iedereen die interesse heeft voor de vaatplanten van de Democratische Republiek Kongo, Rwanda en Burundi. Dit gebied herbergt circa 10.000 verschillende soorten, in meer dan 260 verschillende families. Deze Flora verschijnt in twee series, de Spermatofyten (zaadplanten) en Pteridofyten (varens). Van 1948 tot 1963 verschenen de delen I tot X, meestal met meerdere families in elk deel. Vanaf 1967 werd elke nieuwe familiebehandeling in een apart deel gepubliceerd.
Voor elke plantensoort is er naast de juiste wetenschappelijke naam en een uitgebreide beschrijving ook informatie over de verspreiding, de habitat, de lokale namen, gebruik, verwijzingen naar extra literatuur, etc. Dit rijk geïllustreerde werk met gebruikersvriendelijke sleutels maken het mogelijk elke plant tot de juiste soort te determineren.
La Flore d’Afrique centrale est un manuel indispensable pour tous intéressés dans les plantes vasculaires de la République Démocratique du Congo, Rwanda et Burundi. Cette région héberge environ 10.000 espèces différentes, dans plus de 260 familles. Cette Flore parait en deux séries, les Spermatophytes (plantes à graines) et les Ptéridophytes (fougères). De 1948 à 1963 les volumes I à X ont été publiés, généralement avec plusieurs familles par volume. A partir de 1967, chaque nouveau traitement est publié dans un volume séparé.
Pour chaque espèce de plante il y à , à côté du nom scientifique correct et une description détaillée, des informations sur sa distribution, habitat, noms vernaculaires, usage, références vers littérature additionnelle, etc. Cette ouvrage riche en illustrations et avec des clés d’identifications conviviales rend possible la détermination correcte de chaque plante.